Scholing van het hoogbegaafde kind
De basisschool
Hoogbegaafde kinderen passen zich over het algemeen binnen
een week aan. Vaak hebben deze kinderen op de peuterspeelzaal
of chrèche al in de gaten dat ze anders zijn; ze ervaren de
wereld anders, ze zijn meestal sensitiever dan andere kinderen en
ze leren top-down in plaats van bottom-up. Kortom, deze
kinderen hebben echt behoefte aan een andere benadering
dan gemiddeld. Helaas gaan veel scholen nog steeds uit van het idee
dat het hoogbegaafde kind genoeg heeft aan wat extra stof
en misschien vanaf groep zeven een plusklas.
Voor hoogbegaafde kinderen is het echter belangrijk dat zij al
vroeg gezien worden. Zo kunnen zij van jongs af op de juiste
manier begeleid en uitgedaagd worden. De grootste valkuil voor deze kinderen is namelijk dat ze geen leerstrategieën aanleren
en dat ze geen idee hebben hoe ze hun, vaak magnifieke, geheugen moeten inzetten. Gevolg: slechte cijfers en een verwijzing
naar een te laag schoolniveau, met niet zelden als resultaat dat de leerling niet in staat is om zijn middelbare school af te
maken, laat staan een (universitaire) studie te volgen.
De middelbare school
Tegen de tijd dat hoogbegaafde kinderen naar het voortgezet onderwijs gaan, hebben ze vaak al een moelijke
basisschooltijd achter de rug. Het zijn niet zelden onderpresteerders geworden, die zich hebben aangepast aan het niveau in
de klas. Zelfs als deze kinderen nog hoge scores halen op de cito-toetsen, wil dat niet zeggen dat ze niet onderpresteren!
Er wordt alleen niet hoger gemeten.
De meeste hoogbegaafde kinderen hebben hooggespannen verwachtingen van het voortgezet onderwijs: nu gaat het gebeuren,
nu mogen ze excelleren. Het tempo in de brugklas ligt echter vaak erg laag en het jaar is er vooral op gericht om iedereen op
een gelijk basisniveau te krijgen. De leerlingen herhalen daarom veel en voor hoogbegaafde kinderen is er niet veel nieuws te
leren. Een grote teleurstelling dus.
Weinig aansluiting
Ook op de middelbare school is ongeveer 2,5 procent van de leerlingen hoogbegaafd. Op het gymnasium ligt dat
percentage misschien iets hoger, omdat de meeste hoogbegaafde leerlingen daar terecht (zouden moeten) komen. Maar het
blijft voor de jongeren moeilijk om mensen tegen te komen die net zo snel denken, verbanden leggen en kennis opslaan als
zij. Daarnaast hebben hoogbegaafde jongeren, net als hoogbegaafde basisschoolleerlingen, vaak andere interesses, andere
humor en een andere kijk op normen en waarden dan hun klasgenoten. Aansluiting vinden en vrienden maken kan dus moeilijk
zijn voor hoogbegaafde jongeren.
Gebrek aan leerstrategieën en oplossingsvaardigheden
Veel hoogbegaafde kinderen hebben op de basisschool nooit geleerd hoe ze moeten leren. Dat is jammer, want daardoor gaan
ze op de middelbare school vaak onderuit zodra de hoeveelheden stof te groot worden om met één enkele blik te begrijpen en
te onthouden. Zo kan het gebeuren dat uw hoogbegaafde kind of leerling in het voortgezet onderwijs ineens onvoldoendes
gaat halen: hij of zij heeft geen leerstrategieën en weet dus niet hóe je woordjes of jaartallen moet leren. Leren is voor
deze jongeren vaak een heel nieuw concept. Bovendien hebben ze vaak van jongs af aan complimenten gekregen over
hun enorme kennis, maar meestal niet voor hun inzet en doorzettingsvermogen. Velen hebben dan ook het idee dat leren en
hard werken voorbehouden is aan anderen. Niet uit arrogantie, maar omdat ze hun hele basisschooltijd alles moeiteloos
hebben gehaald. Ze zijn zelden of nooit gestimuleerd om uit hun comfortzone te komen en om eens dingen te doen die moeilijk
zijn en die leerstrategieën en andere vaardigheden vereisen.
De zeven uitdagingen van hoogbegaafde leerlingen, Tijl Koenderink
Boeiende presentatie van Tijl Koenderink over de uitdagingen van hoogbegaafde leerlingen. In drie kwartier legt hij uit wat deze uitdagingen zijn en waarom hoogbegaafde leerlingen niet zonder meer tot grootse prestaties komen.
De verschillen tussen het hoogbegaafde en het gemiddeld begaafde kind
Hoe kan het toch dat een hoogbegaafd kind niet altijd in staat is om goed te presteren binnen ons schoolsysteem? Tijl Koenderink vertelt beeldend over de ontwikkeling van de verschillende hersendelen en de gevolgen hiervan op prestaties en activiteiten van hoogbegaafde mensen.